Top
box 3 heffing

Forfaitaire spaarvariant box 3 voorgesteld

Leestijd: 3 minuten

Op 28 april 2022 heeft staatssecretaris Van Rij de Tweede Kamer geïnformeerd over de afwikkeling van de 60.000 bezwaren tegen de box-3-heffing over de jaren 2017-2020, over de positie van niet-bezwaarmakers en verzoekers om ambtshalve vermindering.

Het rechtsherstel wordt vormgegeven met een forfaitaire spaarvariant. Die komt in grote lijnen neer op de huidige box-3-systematiek, met als verschil dat de box-3-heffing wordt berekend over de werkelijke vermogensverdeling van de belastingplichtige. Heb je 1 miljoen euro aan bankrekeningen, dan wordt er niet van uitgegaan dat je ongeveer 79% aan beleggingen hebt met een rendement van 5,69% (2021). In plaats daarvan word je belast met het forfaitaire tarief voor spaargeld (0,01%; 2021) over jouw werkelijke spaargeld.

Voor alle andere bezittingen geldt in de forfaitaire spaarvariant het hoge forfaitaire rendement van 5,69%. Dat geldt dus voor effecten, tweede woningen, familieleningen en alles wat geen geld op de bank is.

Voor schulden is het forfaitaire tarief in de forfaitaire spaarvariant 2,46% (2021).

In de overgangsjaren 2023 en 2024 wordt de box-3-heffing ook vastgesteld op basis van de forfaitaire spaarvariant. Omdat de peildatum 1 januari 2022 al voorbij is, wordt overbruggingswetgeving voorbereid die geldt voor de jaren 2023 en 2024. In de jaren 2017 tot en met 2022 geldt voor alle op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststaande aanslagen dat de gunstigste berekeningswijze wordt gehanteerd: de wettelijke vermogensrendementsheffing, of – als dat gunstiger is – de forfaitaire spaarvariant.

Vanaf 2025 komt er een box-3-heffing op basis van het werkelijke rendement. De exacte vormgeving daarvan moet nog worden bepaald en bediscussieerd.

Rechtsherstel voor vaststaande aanslagen 2017-2020 zeer onzeker

Of ook mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de box-3-heffing over de jaren 2017 tot en met 2020 een belastingteruggaaf gaan ontvangen, is uiterst onzeker. De vraag of dat moet ligt voor bij de Hoge Raad. Uitspraak wordt verwacht binnen 6 maanden (dus uiterlijk eind oktober 2022).

Wat nu te doen?

Je hoeft niets te doen, de belastingdienst herstelt aanslagen zelf. Blijf gewoon aangiften  indienen zoals je gewend bent, met box 3 erin als dat van toepassing is voor jou. De belastingdienst gaat zelf volgens onderstaande planning aanslagen vaststellen en herstellen. Maak nu geen bezwaar tegen aanslagen IB 2017-2021 met box-3-vermogen en dien ook geen verzoeken om ambtshalve vermindering in, die worden nu niet behandeld.

Dit kunnen we verwachten:

  • 1 juli – 4 augustus: alle 60.000 tijdig-bezwaarmakers van de massaalbezwaarprocedure ontvangen (gewijzigde) aanslag IB 2017-2020
  • Vanaf augustus 2022: definitieve aanslagen IB 2021 met box-3-heffing (gefaseerd)
  • Vanaf medio september: aanslagen IB 2017-2020 die op 24-12-2021 nog niet definitief vaststonden worden gecorrigeerd (ongeacht of er tegen die aanslagen wel of geen bezwaar of verzoek ambtshalve vermindering is ingediend)
  • Vanaf medio oktober: aanslagen IB 2017-2020 die op 24-12-2021 nog niet waren opgelegd worden vastgesteld

Aanslagen IB 2021 met te betalen belasting en box-3-inkomen worden niet opgelegd vóór augustus. Aanslagen IB 2021 met een teruggaaf worden wel vóór 1 augustus opgelegd op basis van de aangifte; bij box-3-inkomen in de aangifte wordt vanaf augustus een herziene aanslag vastgesteld, als die lager is op basis van de forfaitaire spaarvariant.

Heb je naar aanleiding van deze blog nog vragen en wil je hier nog verder over sparren? Neem dan direct contact met ons op voor een gratis adviesgesprek.